De Achterdijk

In het begin van de zeventiende waren het kasteel met het kasteelterrein, de Hermeij, de grond waar de schuurkerk van de katholieken later op gebouwd zou worden, het gebied dat op de kaart hieronder 'Achterdijk' genoemd wordt, de Molenackers en ook een deel van de aangrenzende Molenbeemden bezit van de eigenaars van kasteel Frisselstein. (Zie ook de toelichting op de uitgiften.)





































De latere Deken van Miertstraat (Kerkcweg, Molenweg, Achterdijk op de kaart) en de weg over de Hermij hadden alleen nut om van en naar het kasteel te gaan, en dienden verder nog geen algemeen belang. De straat over de Hermeij (langs het omgrachtte deel van de Hermeij) en de latere Kalverstraat (Achterdijk, Agterpat, Kerckpat op de kaart) waren bij de invoering van het kadaster in 1832 nog steeds prive-eigendom. In het begin van de zeventiende eeuw was het eigendom van de eigenaars van Frisselstein.

Tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) en vermoedelijk ook al eerder vluchtte een deel van de bevolking van Veghel in tijden van gevaar naar de Hermeij, een stuk grond tegen de kasteelgracht aan gelegen. Rond dat plein werd in het begin van de zeventiende eeuw ook een gracht gegraven ter bescherming tegen de vijand. In 1720 werd het eigendom van de Hermeij betwist, was het van de heer van Frisselstein, of van de gemeente? Het plein bleef toen in bezit van de heer van Frisselstein.

De situatie veranderde toen de eigenaar van Frisselstein in 1672 toestand dat de katholieken een schuurkerk op zijn grond bouwden. De latere Deken van Miertstraat, de latere Kalverstraat en de weg over de Hermeij werden toen frequent gebruikt om naar de kerk te gaan. In oude oorkonden treffen we geregeld bepalingen aan betreffende het recht om over die wegen die gaan.

Dat het gebruik van de latere Deken van Miertstraat beperkt was blijkt uit een akte van 4 augustus 1742 (R77, fol. 263). De eigenaren van percelen nrs. 1 en 2 hadden
"het recht vant voornoemde hecken teynden het huys hangende, mits dat daer door alleen geweegt is het lant de Molenackers en Corte Stucken wederzijds den weg en Lievrouwen Eeusel, zo als gebruikelijk is, ook de bewoners en gebruikers van den Casteele en neerhuijsinge ent lant binnen de gragten en verders niemandt, als zijnde maer eenen kerkwegh."


De weg was aan weerszijden afgesloten met een hek. Perceel nrs. 3-6:
R75, fol. 184 (7-11-1726): "kan wegen door beijde heckens opden Agterdijck off Molenackers"; perceel nrs. 7+9: R75, fol. 183v (7-11-1726): "en behoudt den weg door beijde de heckens vanden Moolendijk".


De recht van de eigenaren van Frisselstein op het gebruik van deze weg werd bevestigd op 10-1-1719 (
R91, fol. 108v: "De eijgenaer ofte gebruiker vant kasteel Fritselsteijn ende het lant den Achterdijck sullen behouden den uijtwegh tot of achter den Rosmolen of molenhuijs, soo ende gelijck het selve gebruijckt moet blijven bij de vercrijgere in desen."


De naam Achterdijk

De latere Kalverstraat vinden we in de bronnen vermeld als:

- in 1569 “Afterwech”
- in 1609 “Niuwen Dyck”
- in 1722 “Afterpat”
- in 1722 “Voetpat of kerkweg”
- in 1726: “
Gemeene voetpadt genaemt den Agterdyck”
- in 1735 “Kerckpat”


Ondanks de vermelding in 1726 als "hgmeene voetpadt" was de grond waarover dit pad liep in 1832 nog steeds prive-bezit.

De latere Deken van Miertstraat wordt vermeld als:

- in 1726: Molenweg
- in 1735: karweg genaamt den Agterdyck
- in 1786: mestweg
- in 1820: de weg naar de molen
- in 1822: Molenstraat
- in 1831: den tweeden Agterdyk

Het gebied tussen de tegenwoordige Deken van Miertstraat en de Kalverstraat wordt in 1713 aangeduid als: "
een akker genaamd den Achterdijck".

Al in de zestiende eeuw liep er aan de achterkant van de huizen aan de noordzijde van de "Straat" een pad, het Afterpat, of Afterweg genaamd (de huidige Kalverstraat). Die grond was prive-eigendom van de heer van Frisselstein. De vermelding Niuwen Dyck in 1609 suggereert dat men toen het pad opgehoogd had. Dat zal wel door de gezamenlijke geburen gedaan zijn, alhoewel het geen gemeentegrond was. In 1726 heette dot pad: gemeene voetpadt genaemt den Agterdyck”

Verder naar het noorden liep een paralelweg die aanvankelijk alleen maar diende om van en naar het kasteel te gaan, de huidige Deken van Miertstraat. Deze weg werd de Molenweg, Molenstraat, of Achterdijk genaamd. Na de bouw van de schuurkerk in 1672 kreeg deze een meer openbaar karakter.

De naam Achterdijk ging over naar het perceel direct ten zuiden van de Achterdijk (in 1713 zo genoemd). Dus de naam Achterdijk werd in de achttiende eeuw gebruikt voor zowel de latere Kalverstraat, de latere Deken van Miertstraat, als het tussenliggende gebied. In 1831 heette de tegenwoordige Deken van Miertstraat de Tweede Achterdijk. De tegenwoordige Kalverstraat was dan de Eerste Achterdijk.



















Het perceel de Achterdijk

Minstens vanaf 1532 tot aan 1647 was het perceel de Achterdijk in handen van de heer van Frisselstein. In 1647 verwierf Jenneken Janssen de Jonge van Heessel het perceel. Ze wordt nog als zodanig vermeld in 1651. In 1659-1678 worden Magdalena, weduwe van Dirck van der Hagen en de erfgenamen van Dirck van der Hagen vermeld als eigenaars. In 1686 is het perceel weer in handen van de heer van Frisselstijn, dat is dan de graaf van Berlo.


















Situatie in 1700

In 1713 wordt het perceel gekocht door de Veghelse secretaris Mathijs Niekens. In 1715 wordt voor het eerst een huis vermeld op dit perceel. Het werd bewoond door Jan Willems van Santvoort. Hij kocht in 1718 het gebied aan de rechterzijde van de Kerkpad (de noord-zuid lopende weg in het midden van het perceel) van Mathijs Niekens.

In 1718 wordt ook in de linkerzijde een huis genoemd, het werd bewoond door Antonij van Geelkerken. In 1772 wordt een huis genoemd, bewoond door Bernt Huijsman, In 1726 verkocht Mathijs Niekens ook het linkerdeel van het perceel De Achterdijk, en wel aan Antonij van Geelkerken, Bernt Huijsmans en Jan Willems van Santvoort. De situatie was hierna als volgt.


 

Situatie in 1726

Hierna werden de percelen verder opgesplitst en werden er steeds huizen bijgebouwd. In 1736 stonden er al 8 huizen. Veel huizen hadden meerdere woningen, in totaal hadden de 8 huizen samen 15 woningen. Voor de details en verdere ontwikkeling zie de gegevens per perceel.
 

Afkortingen Cornelissen     Afkortingen Beijers-Van Bussel     Kaart van Veghel     Achterdijk