Leins Ven - toelichting op de grenzen en uitgiften

De acte van 5 januari 1450

In 1451 was er een geschil tussen Lonis (Meuwese geeft foutief: Louis) van Lancvelt aan de ene kant, en Willem van Haenvelt en Loye Henricxsoen, als gemachtigde van de geburen (de inwoners) van Vechel aan de andere kant, over 25 bunder heide op de gemeente van Vechel bij Lieshout. Ter beslechting van dit geschil kozen de par­tijen elk twee scheidslieden. Hun namen zijn, omdat het perkament zeer gehavend is, bijna onleesbaar; een van hen was zeker: Wilmen Dicbier Janssoen. De vier scheidslieden kozen als overman: Jan Monix. Hun uitspraak in het geschil was deze:

Lonis van Lancvelt en zijn broeder Goyart, die een hoeve had onder Vechel, moesten afstand doen van 25 bunder weide of moerland, die zij hadden gekregen van de hertog, maar Goyart behield het recht om met de andere geburen van Vechel gebruik te maken van die 25 bunder als gemeentegrond.

Lonis van Lancvelt en Goyart moesten aan de geburen van Vechel afgeven de principale brief, die vroeger door de hertog over die 25 bunder verleend was.

De ingezetenen van Vechel moesten aan Lonis van Lancvelt 100 Philipsscilden, genoemd clinckaerts, betalen.

Hertog Jan III (1312-1355) had 25 bunder van de gemeint van Veghel had uitgegeven aan een van de voorouders van Lonis en Goyart van Lancvelt. Daar waren de inwoners van Veghel ruim een eeuw later op tegengekomen. De ingezetenen van Vechel kochten de rechten van Lonis van Lancvelt af.

De ligging van de 25 bunder is slechts sumier aangeduid als 'op de gemeente van Vechel bij Lieshout'. Deze moeten wel in het Leins Ven gelegen hebben. Maar waar precies is onduidelijk. Om een idee te hebben van de grootte: perceel 1 t/m 23 vormen samen 28 bunder.

Misschien is er een verband tussen de 25 bunder en de  volgende notitie in de administratie van de grondcijnzen van Veghel (Hg-28): Tussen 1353 en 1380 wordt van de Veghelse gemeint uitge­geven aan Wilhelmus van Hamvelt:een kamp liggende tussen de gemeint van Lieshout en het erfgoed van Wilhelmus Zichgemans een kamp liggende tussen de gemeint van Lieshout en het erfgoed van Henricus van der Doer. Beide percelen zijn belast met een grondcijns van 1 zwarte penning, welke cijns overigens nooit betaald is. Vanaf 1448 vermelden de cijnsregisters steeds 'faut' bij deze post.

Een Wilhelmus van Hamvelt vinden we in 1310 terug als leenman van de Heihoef (zie deel Jekschot), verder valt er over de lokalisatie van deze twee percelen op basis van de bekende gegevens niets te zeggen.

Bronnen: Veghel oud gemeentearchief, inventaris nummer I-A-2; Dr. A.P.M. Veghel in de loop der tijden (Veghel 1981) 16-17.



Hoe men de grenzen markeerde

Bij de Heihoef had men gaten gegraven om de grens van de gemeint te markeren, de zogenoemde Reenputten. Vanaf de Reenputten liep de grens tussen de gemeintes van Veghel en Lieshout in een rechte lijn naar een markante verhoging in de hei. De provinciaal archeoloog, Gerrit Beex ontdekte in 1965 dat die verhoging een grafheuvel was opgebouwd uit heideplaggen, Een paar duizend jaar geleden verbrandde men in onze regio de doden. De as en niet verbrandde botresten werden in een urn gedaan, en over de urn werd een grafheuvel opgeworpen. De middellijn bedraagt tegenwoordig 15 meter en de hoogte is ongeveer 80 centimeter.

Bron: Gerrit Beecx: Archeologische verkenningen (Veghel 1977).

Van de grafheuvel liep de grens tussen de gemeintes van Erp en Veghel naar het Heigat, naar een perceel dat de Paal genoemd werd. De naam verwijst naar het grenspunt aldaar. Die Paal en ook de Reenputten waren tevens grenspunten van de heerlijkheid Jekschot.Met het uitgeven van percelen op het Leins Ven langs de grens met Erp en Lieshout in 1549 en 1552 werden deze grenzen ook meteen duidelijk vastgesteld. Eerder werd die grens bepaald door een denkbeeldige lijn tussen twee grenspunten. Na de uitgiften werd de grens gevormd door de grenzen van de individuele percelen.



De uitgiften

Wat de datering van de koop van de gemeente betreft geldt voor twee percelen een voorbehoud.

Perceel nr. 19: Voor dit perceel nemen we aan dat ook dit perceel in 1549 uitgegeven is, omdat perceel 18 in 1549 een eigenaresse voor perceel 19 vermeld (Mary Jan Goessens).

Perceel nr. 20: Het verpondingboek van 1785 geeft achterin een lijst uit 1786 van percelen die waaruit geen verponding betaalt werd. Daarin wordt vermeld: “een afgegraven camp aent Leyntven,” groot 5 lopens, die we als perceel 20 lokaliseren. De beschrijving wijst er op dat het perceel nog niet zo lang ontgonnen was. In 1786 staat er een huis op. In 1781 stond dat huis er nog niet. Op basis daarvan nemen we aan dat het perceel in 1781-1786 in gebruik genomen is. Een beschrijving van perceel 21-23 uit 1711 lijkt er ook op de wijzen dat perceel 20 toen nog gemeente-eigendom was.

Afkortingen    Kaart van Veghel    Leins Ven