GA Veghel, inv. nr.
32, fol. 180v. |
|
Het raadslid Rovers
vroeg in de raadsvergadering van 4
februari 1927 om verbetering van de
afwatering van de keiweg te Zondveld. De
burgemeester zal kijken wat er aan te
doen valt.
|
Verteld door Jans van de Pol
- Vervoort op 17 april 2007. |
|
Jans: “Op de lagere school zat ik bij zuster Regina, de
hoofdzuster, in de klas. Dat was een kreng, Het was er
een van Van de Berg uit Veghel. Bij Betmoei van
Asseldonk (getrouwd met Jan Kanters, woonde op het Ven,
vanaf ca. 1932 in Zijtaart) trouwde er een en en ik
kreeg geen vrij. Onze Piet wel, die kreeg zo vrij van
meester Van de Donk.”
|
BHIC, kantongerecht Veghel,
toegang 42, inv. nr. 86, vonnis 75 |
|
Adrianus van Asseldonk, geboren
8-12-1899, wonende Biezen G152 (Biezendijk 20). Hij
had
pas geslacht vee niet onderworpen aan een keuring, Het
vlees was daardoor niet voorzien van het voorschreven merk. Geen
boete hiervoor.
|
BHIC, kantongerecht Veghel,
toegang 42, inv. nr. 86 vonnis 76 |
|
Hendrikus Jonkers, geboren
3-5-1897, wonende Biezen G151a (Laarsweg 1). Hij had pas
geslacht vee niet onderworpen aan een keuring. Het vlees
was daardoor niet voorzien van het voorschreven merk. Geen
boete hiervoor.
|
Jubileumboek 90 jaar
fanfare, 16-17. |
|
Piet van
Zutphen (geboren in 1909) vertelde in 1992 over de
serenades van de fanfare in de jaren twintig en dertig. Pastoor Kamp,
die genoemd wordt, was pastoor tot
1937. Deze herinneringen zijn chronologisch moeilijk op
te splitsen en te dateren en zijn daarom hier bij elkaar
gehouden.
'We werden veel gevraagd om feestjes op te
luisteren, in St.-Oedenrode, waar ze zelf een fanfare
hadden, werden we twee dagen gevraagd om een
voetbalwedstrijd op te luisteren. Hoe we daar kwamen,
weet ik zo goed niet meer, want niet iedereen had toen
een fiets. Ik weet nog wel dat de vaandrig de stok langs
de stang van de fiets had gebonden en het vaandel op
zijn schouders, dus op zijn rug was ‘Fanfare St. Cecilia’
duidelijk te zien.
Pastoor Kamp was wel trots op onze
fanfare, het was toen nog een kerkelijke fanfare. Ieder
jaar moesten we op zijn verjaardag een klein concertje
geven aan huis of in zijn tuin en dan werden de
geestelijken uit de buurt welkom geheten. Als we daar
naar toe gingen, dan namen enkele muzikanten zo’n houten
lessenaar en een paar houten banken op de schouders mee
naar de pastoor en als dan alles klaar was met
opstellen, dan kwam de pastoor met zijn genodigden. We
speelden dan een goed uurtje en dan begon de pastoor te
praten en dan kon je merken dat hij trots was op zijn
fanfare. Dan moesten de andere pastoors er aan geloven.
Ik weet nog dat hij eens zei: “Ik weet dat het
pijnlijk is voor mijn medebroeders, dat wij zo’n
geweldige fanfare hebben, want zij hebben niets, ofwel
een harmonie die uit elkaar is… maar beste leden van de
fanfare, ik hoop dat jullie je beste beentjes zullen
voortzetten en onze fanfare hoog zult houden.” En
dat hebben we ten slotte ook gedaan. Maar hij liet ons
wel werken, want er was nergens geen familiedag of wij
moesten er naar toe, en dat gebeurde nogal eens
dikwijls. En dan liep hij zelf ook mee, ja, daar was hij
erg trots op.
In Veghel hebben wij ook veel feestjes
opgeluisterd. H. Hart-feest, elk jaar Koninginnedag, St.
Nicolaas, enz. Ook hebben we toen een keer de
voetbalwedstrijd DEVO opgeluisterd. Dat vergeet ik nooit
meer. De voorzitter kwam zaterdagsmorgens bij ons en
vroeg of ik de muzikanten wilde laten weten dat we
zondagsmiddags om één uur bij de brug wilden zijn, om ‘t
nieuwe voetbalveld te openen (“’t bier staat al
klaar,” zei die man). Die voorzitter was in Zijtaart
heel erg bekend, want hij handelde in ouwe kippen en het
was een goede handelsman. En om ons zeker te hebben, zei
hij toen: “Ja en Veghel wil dat ook graag doen, maar
we hebben graag goeie muziek en daarom moet Zijtaart
komen.”'
|
PA Zijtaart,
brieven. |
|
Op 3 februari 1927
schreef pastoor Kamp aan de bisschop:
Onze fanfare St. Cecilia heeft
eenige jaren bestaan. Dezer dagen
ontvingen wij van het bestuur het verzoek
om er een kerkelijke fanfare van te
maken. Hopende dat aan dit verzoek gevolg
zal gegeven worden heeft men de
instrumenten reeds ter reparatie
opgezonden en de onkosten daarvan zijn f
185,10.' De pastoor vraagt toestemming
deze rekening te betalen 'zoodat alles dan eigendom van de kerk wordt.'
Goedgekeurd op 8 februari 1927.
|
GA Veghel, inv. nr.
32. |
|
Het kerkbestuur van
Zijtaart vroeg de gemeenteraad om geld
voor een nieuwe kachel voor de
meisjesschool. De gemeente moet bijdragen
aan de aanschaf van nieuwe schoolmeubelen
volgens de lager onderwijswet van 1920.
Rovers drong er op aan het verzoek te
steunen, omdat de kachel die nu gebruikt
wordt elk ogenblik in elkaar kan vallen.
Werd op 22 februari 1927 door de
gemeenteraad goedgekeurd.
|
Interview met Doortje Brugmans d.d. 11 en 12 september
en 17 november 2006. |
|
Doortje vertelde ook dat ze bij Truus van
Dinther in de klas zat en dat die familie aan het begin
van de huidige Biezendijk naast een heks woonde:
"Toen ik in de
eerste klas zat bij
juffrouw Maria Dirks, ze is later
getrouwd met Peter van de Laar, die
familie van De Beurs in Rooi, toen zei
Truus dat ze gingen verhuizen. "Gaan
jullie verhuizen?" vroeg de
juffrouw, "dat had ik nooit
gedacht." "Ja,"
zei Truus, "Er zitten elke morgen
katten op ons dak en wij willen daar niet
meer wonen." Kijk, dat waren de
heksen..., dat ben ik nooit meer
vergeten."
|
Sociaal Democratisch dagblad,
15 maart 1927 |
|
Zondagnacht is de
machinefabriek van de firma Smits en Zonen te Zijtaart
Veghel door brand vernield. Waardevolle machines en een
auto gingen verloren meldt het Huisgezin. De fabriek is
tegen brand en bedrijfsschade verzekerd. Door de
gunstige windrichting bleef het aangrenzende woonhuis
gespaard.
|
Willem
van Stiphout, Uit ’n dagboek van een verhuizer
(Oirschot, oktober 1984) 34. |
|
In
april 1927 ging mijn broer Johan van Stiphout met mij naar de
openbare school in Zijtaart en broertje Gerard naar de
bewaarschool. Gerard was een stevige jongen. Al op de
tweede dag liet hij een kikker los in de school.
Enkele kinderen stonden boven op de bank. Toen heeft
hij de kikker maar gevangen en naar buiten gebracht.
Zijn kleine hagedissen liepen in de school rond.
Hoofdzuster Munda zou Gerard wel eens recht zetten.
Terwijl zij tegen hem aan het praten was, ontdekte
Gerard haar kunstbeen, een recht stuk, omkleed met
gewatteerde zeildoek. Daar moest Gerard meer van
weten. Terwijl hij vroeg wat dat was, was hij al onder
het habijt van de zuster met beide handen. Hij kreeg
een klap in zijn gezicht, dat ze thuis na een uur nog
konden zien. Moeder moest op school komen. Die nam een
korfje eieren mee en beloofde te zorgen voor betere
manieren. Van de sprinkhanen die Gerard later in de
school losgelaten had, werd niets gezegd. Die konden
ook uit zichzelf binnengevlogen zijn.
|
Herinneringen
van Graard van Eert verteld op 23 februari 2007. |
|
Graard
van Eert herinnert zich meester Van de Ven als een
goeie meester. In de zesde klas zat hij naast Antoon
de Koning. Die kon goed leren. Toon had een klas
overgeslagen en werd priester. In 1927 deed Graard
zijn plechtige Communie.
Op zondagmiddag moest Graard
naar ‘het paternaat’. Ze moesten naar het klooster
waar ze katechismusles kregen.
|
PA Zijtaart,
brieven. |
|
Op 12 mei 1927 vroeg
pastoor Kamp aan de bisschop om een nieuw
gedeelte van het kerkhof in te mogen
wijden, omdat het bestaande kerkhof
te klein was om alle lijken te kunnen
bergen'. Op 12 juli 1927 informeerde de
pastoor de bisschop dat de inzegening
gebeurd was.
|
Tilburgsche Courant, 06-07-1927,
Dageditie. |
|
Op 1 juni 1927 trok een windhoos over De
Achterhoek, Twente en Salland. Er vielen tien doden en
honderden gewonden. In veel plaatsen werd gecollecteerd
voor de slachtoffers. In Zijtaart werd 170 gulden
opgehaald.
|
PA Zijtaart,
brieven. |
|
Brief van pastoor
Kamp aan de bisschop van 21 juli 1927:
Sedert een reeks van jaren is hier
op 15 Augustus Feest van Maria Ten hemel
Opneeming eene Processie gehouden buiten
op het kerkhof, waarvoor blijkbaar
indertijd de noodige machtiging niet is
aangevraagd.' Kamp vraagt dat nu.
|
Willem
van Stiphout, Uit ’n dagboek van een verhuizer
(Oirschot, oktober 1984) 35. |
|
In de zomer van 1927 kreeg vader, Harrieke van
Stiphout, een ongeluk met
een paard. Frans
Verbakel, die ook een melkrit had, had een
ondeugend paard, een klaphengst, die maar half
gecastreerd kon worden. Frans hield van paarden, waar
vuur in zat. Bij de melkfabriek ruilden Harrieke en
Frans de paarden om. Harrie zou de klaphengst wel
klein krijgen. Het paard sloeg vele malen op hol en
was vele malen in de dorpsmanege, voordat vader het
paard klein kreeg. De laatste keer dat hij op hol
sloeg, had mijn vader zijn arm kunnen verliezen, want
hij liet hem nooit los. Hij had zijn schouder uit
elkaar en kon zes weken lang geen melkbussen tillen.
Vader liep met zijn schouder en arm in het verband.
Hij kreeg f 2,50 ongevalsgeld per dag, wat hij weer
uitgaf voor zijn vervanger Van Lankvelt. De klaphengst
werd voor de slacht verkocht. Op een zondagmiddag kwam
er een paardenslager. Hij rook naar jenever. Bij hem
was het paard doodmak, hij kreeg geen klap of bijt.
Hij betaalde de slagersprijs.
Hierna
kocht vader de prachtige vosmerrie in de buurt bij Van
de Linden. Ik weet nog goed dat we een grote kar
bieten van hem kregen, maar dat was berekend, want na
een week vroeg Van de Linden om het paard te lenen.
Dat deed vader niet, omdat het paard toch al zoveel
moest werken. Toen zei Van de Linden: “Het spijt
me dat ik je die kar bieten gaf.” In hetzelfde
uur werd die kar bieten opgeladen en weer
teruggebracht. Toen vader vroeg waar hij ze wilde
hebben, zei Van de Linden: “Gooi ze maar in de
sloot.” En daar zijn ze toen verrot.
|
GA Veghel, inv. nr.
33. |
|
Het raadslid Van
Asseldonk zei in de raadsvergadering van
4 november 1927 dat te Zijtaart s
avonds verschillende lampen van de straatverlichting niet branden. De
burgemeester verwees dit verzoek naar de
lichtcommissie, er bij voegend: "de
lichtcommissie krijgt werk!"
|
Veghelse Courant, 31 december
1927;
BHIC toegang 7714 inv.nr. 5818:
collectie De Visser. |
|
'In den nacht van maandag op dinsdag is het water
binnengedrongen in den stal van den landbouwer
K(etelaars) op den
Doorhoek zoodat dinsdagmorgen het vee bijna tot aan
de knieën in het water stond. Het ware te wenschen dat
door de bevoegde autoriteiten een onderzoek werd
ingesteld ter verbetering der waterlossing waarmee het
hier ter plaatse zoo treurig is gesteld, wat niet te
verwonderen is gezien het water der ontginningen achter
Zondveld onder de gemeente Veghel en Lieshout langs hier
naar de bermsloot wordt geleid zonder dat in de reeds
bestaande waterlossing verbetering is gebracht, wat voor
den landbouwer niet alleen groote last maar tevens
groote schade is daar ook in den zomer de veldvruchten
veel van het water te lijden hebben.'
|
BHIC, toegang 7698, archief
van de gemeente Veghel. |
|
Hieronder volgt een lijst van
militairen uit Zijtaart van de lichting van 1927 die om vrijstelling verzochten:
Naam |
Geboren
|
Ouders |
Adres |
Beroep |
Vrijgesteld wegens: |
Willebrordus van Asseldonk |
13-11-1907 |
Theodorus van Asseldonk en Lamberdina Kerkhof |
Ouders:
Doornhoek G 52 |
landbouwer |
Vrijwillige landstorm tot 21-1-1927 |
Johannes van den Biggelaar |
24-7-1907 |
Johannes Adriaan van den Biggelaar en Johanna
Maria van den Oetelaar |
Ouders:
Zijtaart G 19 |
klompenmaker |
broederdienst |
Gerardus van Eert |
18-12-1907 |
Johannes van Eert en Antonia van der Velden
stiefvader Lambertus van Weert |
Ouders:
Zondveld G 129 |
landbouwer |
ongeschikt |
Gerardus Cornelis de Koning |
13-5-1907 |
Petrus de Koning en Johanna Maria Vissers |
Ouders:
Zondveld G 126 |
landbouw-knecht |
Broederdienst, voorlopige vrijstelling |
Lambert Laurent van Lith |
19-4-1907 |
Johannes van Lith en Johanna van Erp |
Ouders:
Doornhoek G 61 |
timmerman |
Niet bekend |
Johannes van den Nieuwenhuizen |
1-6-1907 |
Antonius van den Nieuwenhuizen en Hendrica van
Zutphen |
Ouders:
Doornhoek G 58 |
landbouwer |
broederdienst |
Petrus Josephus van den Nieuwenhuizen |
18-3-1907 |
Petrus en Johanna Maria Jansen |
Ouders:
Zijtaart G 68 |
bakker |
broederdienst |
Martinus van de Rijdt |
20-2-1907 |
Theodorus van de Rijdt en Helena van Weert |
Ouders:
Zondveld G 120 |
landbouwer |
|
|