1.
Vanaf circa 1190 moesten mensen die
een perceel van de gemeenschappelijke gronden kochten daarvoor
een jaarlijkse cijns betalen aan de landsheer. Dat was
aanvankelijk de graaf van Gelre, in 1231 opgevolgd door de
hertog van Brabant. De hertog gaf zijn Peellandse cijnzen aan de
heer van Helmond als deel van een ruil. Voor aankopen van de
gemeenschappelijke gronden na 1314 werd weer een cijns betaald
aan de hertog van Brabant. Cijnzen bleven "voor eeuwig" aan de
betreffende percelen verbonden, al kwam het nogal eens voor dat
bij verdelingen van goederen een cijns naar een ander perceel
(of complex percelen) verhuisde.
Uit perceel nr. 6 en 7 werd zo'n
cijns betaald aan de heer van Helmond. Het is nummer Hm-134 in
de administratie vanaf de zestiende eeuw, voortkomend uit cijns
nrs. Hm-178 en Hm-179 in de oudere administratie. De cijns is na
1406 nooit verdeeld en er zijn geen aanwijzingen dat de cijns na
1406 ooit verhuisd is.
Het cijnsbedrag is 3 nieuwe obolen
en 2 1/2 oude penningen, wat betekent dat het oorspronkelijke
perceel - omgerekend volgens de gebruikelijke norm - 3 1/2
lopens (ofwel 175 roeden) groot was. Perceel nr. 6 en 7 zijn
samen 70 roeden groot. In deze reconstructie gaan we er van uit
dat de cijns oorspronkelijk op perceel nrs. 5 t/m 7 rustte.
2. Perceel
nr. 13 grensde in 1556 nog met drie zijden aan de straat, en in
1599 niet meer. Op grond daarvan nemen we aan dat perceel nrs.
14 en 15 in de periode 1556-1599 uitgegeven zijn,
In 1627 grensde perceel 13 nog met 2
zijden aan de straat en in 1710 met een zijde. Een deel van
perceel nr, 16 zal dus in de periode 1627-1710 uitgegeven zijn.
3. Op perceel nr. 8 en 9
rustte Hm-149 (nieuwe nummering), voorkomend uit Hm-181 (oude
nummering). De cijns is na 1406 nooit verdeeld en er zijn geen
aanwijzingen dat de cijns ooit verplaatst is. Het cijnsbedrag is
2 oude penningen en het oorspronkelijk uitgegeven eprceel waas 2
lopens groot, We nemen aan dat perceel nr. 8 en 9 het
oorspronkelijk in 1190-1314 uitgegeven perceel is.
4.
Een andere cijns aan Helmond rustte
vanaf 1712 op perceel nr. 11, daarvoor vermoedelijk op nr. 10.
Het is nr. Hm-99 (nieuw) voortkomend uit Hm-117 (oud). Ook deze
cijns is nooit verdeeld en voor zover is te zien nooit verhuisd
en kan vanaf de uitgifte aan dit perceel verbonden zijn geweest.
Het cijnsbedrag was 1 oude penning en de grootte van het
uitgegeven perceel 1 lopens.
5.
Tot slot rustte op perceel nr. 13
cijns Hm-67 (nieuw), voortkomend uit Hm-185 (oud) en Hm-186 (oud).
Het cijnsbedrag is 9 oude penningen en het oorspronkelijke
perceel 9 lopens. Ook deze cijns is nooit verdeeld en voor zover
te overzien niet verhuisd. We nemen aan dat het oorspronkelijke
perceel nrs. 11-13, een deel van nr. 16 en nr. 17-18 omvatte.
6.
Voor de Helmondcijns op perceel nrs.
1-4, zie de toelichting bij Bolken. |