Kroniek van het jaar 1870
BA, parochie
Zijtaart. |
|
Op 2 juni 1870
overleed de Veghelse deken en pastoor
Bernardinus Joannes van Miert. Daarmee
kwam de weg vrij voor de bouw van een
kerk voor de gehuchten Zondveld,
Zijtaart, Biezen en Doornhoek. Al op 17
juni 1870 ondertekenden Gerardus van Weert, Laurens van den
Oever en Lambert Pepers een brief aan de
bisschop met de vraag of ze nu een kerk
of kapel mochten gaan bouwen. Ook hadden
de vertegenwoordigers van de vier
gehuchten Jan van Sleeuwen (voor
Zondveld), Laurens van den Oever (voor
Zijtaart), Johannes van
Asseldonk (voor de Doornhoek)
en Gerardus van Weert (voor de Biezen)
een onderhoud met de bisschop. Drie van
hen zouden op 10 september 1870 door de
bisschop als leden van de bouwcommissie
aangesteld worden, belast met de
voorbereidingen voor de bouw van een
kerk. Gerardus van Weert was volgens een
brief van 2 augustus 1870 'aan een
voetenval en verval van krachten
lijdende'. In zijn plaats werd Jan van de
Ven voorgedragen om het gehucht Biezen te
vertegenwoordigen. In deze brief van Van
Son werd een opgave van het aantal huizen
en inwoners gedaan:
|
Huizen |
Communicanten |
Kinderen |
Zondveld |
35
|
154
|
44
|
Zijtaart |
22
|
104
|
21
|
Doornhoek |
33
|
124
|
39
|
Biezen |
29
|
100
|
39
|
Totaal |
119
|
482
|
143
|
Ook schreef
Van Son dat Ferdinandus Adrianus Clercx
de nieuwe pastoor van Veghel, de inwoners
van de vier gehuchten allerwelwillendst
had aangehoord en hun zijn bescherming
had. De Veghelse pastoor wilde wel van
rechtstreekse medewerking verschoond
blijven om geen argwaan te wekken bij die
inwoners van Veghel die tegen de bouw van
de kerk zijn. Wat het geld voor de bouw
betreft vroeg Van Son om geduld. Het zou
wel wat tijd kosten om geld van de
gemeenteraad los te krijgen, terwijl het
zomer was en er ook geoogst moest worden,
zodat de gecommitteerden niet
onafgebroken konden werken aan het
inzamelen van fondsen.
De bouwcommissie ging met ijver aan de
slag. Zo schreef men vrijwel direct een
verzoek aan het rijk om de pastoor van de
op te richten parochie een jaarwedde van
400 gulden te geven. Op 20 september 1870
schreef de 'Afdeling van de R.K.
Eredienst' dat de bouwcommissie wel wat
op de zaken vooruit liep. Eerst moest de
parochie nog officieel opgericht worden.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel,
toegang 42, inv. nr. 14 vonnis 3938 d.d. 29 juli 1870 |
|
Gijsbertus van Uden, 56 jaar,
herder, geboren te Nistelrode en wonende te Veghel, en
Lambertus Pepers, 33 jaar, landbouwer op het Zondveld (Jekschotstraat
1), worden voor het gerecht gedaagd.
Gijsbertus heeft de
kudde schapen van Lambertus Pepers laten grazen op het
Zondveld, ter plaatse het Lijnd en wel op het land van
Jan Biemans (Leinserondweg
20) en Lambertus van den Nieuwenhuizen (Leinserondweg
17). De schapen graasden eerder op het heiveld van
Nol van der Linden (Leinserondweg
16) waarvoor wel vergunning was verleend. De herder
Gijsbertus krijgt twee geldboetes van vijf gulden en de
eigenaar van de schapen. Lambertus Pepers , twee van
drie gulden.
|
GA Veghel, inv. nr.
23, fol. 173v. |
|
De burgemeester
vertelde de gemeenteraad op 2 augustus
1870 dat de weg lopend vanaf het huis
bewoond door A. Schepers langs Jekschot
naar Lieshout te breed is, waardoor een
goed onderhoud bijna onmogelijk was.
B&W stelden daarom voor die weg te
versmallen door een strook grond aan
weerszijden van de weg te ontginnen. Die
strook kan dan later aan de aangrenzende
eigenaars worden verkocht. De raad keurde
dit voorstel goed.
|
GA Veghel, inv. nr.
23, fol. 173v, fol. 176. |
|
De burgemeester zei
in dezelfde vergadering dat L. van
Lieshout, wonend aan het Zijtaart, heeft
voorgesteld om de weg van de school te Zijtaart naar Egidius van Lith te verleggen en
over de percelen E1696, E1697 en E1698 te
laten lopen, waardoor de weg breder
wordt. De gemeenteraad had geen bezwaar.
De burgemeester stelde voor om het
voornemen openbaar af te kondigen en
belanghebbenden uit te nodigen eventuele
bezwaren kenbaar te maken.
Johannes van den
Nieuwenhuijzen diende een
bezwaarschrift in. Hij wilde dat ook de
weg langs Hendrikus van de Ven (dus vanaf de
school richting de latere Leinserondweg
en zijn huis) verbeterd zou worden. Omdat
dat er niet inzat, werd de zaak voor
onbepaalde tijd uitgesteld.
|
GA Veghel, inv. nr.
23, fol. 178v. |
|
De Zijtaartse
hoofdonderwijzer Joseph Coenraad Tummers
werd per 1 oktober 1870 eervol ontslag
verleend, vanwege zijn benoeming als
hoofdonderwijzer in Erp. A. Vermolen,
hulponderwijzer te Rijen, die op 26
september te kennen had gegeven, dat hij
Tummers wel wilde opvolgen, werd door
B&W tijdelijk aangesteld. De
gemeenteraad besloot op 13 oktober 1870
om de vacature nog niet officieel te
adverteren, omdat men eerst nog even wil
aankijken hoe Vermolen het gaat doen.
|
BA, parochie
Zijtaart. |
|
Op 13 oktober 1870
stuurden een aantal inwoners die aan de
Zijtaartse kant van de Zuid-Willemsvaart
bij Sluis IV woonden (later adressen: een
huis van Doornhoek, Bergsven en enkele
huizen van Corridor) een brief aan de
bisschop. Ze schreven dat ze tot hun
ongenoegen hebben gehoord dat ze bij de
parochie Zijtaart gevoegd zullen worden.
Daar voelden zij niets voor en ze vroegen
om bij de parochie Veghel te mogen
blijven. De brief is ondertekend door:
F.H. Hofmans, Peter van Lieshout, J. van
der Leeden, P. van de Tillaart, J.
Hurkmans, J. Vermeulen, H. van Kessel, H.
van Lieshout, Jan Driessen, Johannes van
Asseldonk, J. Boere, Joannes van den
Tillaart en P. Rovers. Een
jaar later zou als parochiegrens de weg
naar Sint-Oedenrode en de Biezendijk
aangehouden worden. Van de klagers zouden
er vier bij Zijtaart gevoegd worden
(later Bergsven 2, 3 en 4 en Doornhoek
1), de rest bleef bij de parochie Veghel
horen. Overigens bleven die vier ook
daarna nog naar Veghel naar de kerk gaan.
|
GA Veghel, inv. nr.
23, fol. 179v. |
|
Op 13 oktober 1870
stuurden drie leden van de bouwcommissie,
Laurens van den Oever, Joannes van
Asseldonk en Jan van de Ven, een verzoek
aan de gemeenteraad om een lening van
7.000 gulden voor de bouw van een kerk.
Het vierde lid van de bouwcommissie, Jan
van Sleeuwen, zat zelf in de
gemeenteraad. De burgemeester zei dat er
eerst een bestek met begroting voorgelegd
moet worden. Ook wilde hij weten waar men
van plan was om de kerk te bouwen. Het
raadslid Van Eert, die de plannen van
Zijtaart steunde, betwijfelde of dat
laatste wel nodig is, maar de raad sloot
zich aan bij de burgemeester. Het
raadslid Jan van Sleeuwen zou dit
doorgeven aan de bouwcommissie.
|
BA, parochie
Zijtaart. |
|
Pastoor Smits
schreef in het parochiememoriaal: 'Nu
ontstond er nog wel eenig gekibbel over
de plaats waar de kerk zou gebouwd
worden, vooral de bewoners van Zondveld
ijverden voor hun gehucht, zij wilden de
kerk meer in hunnen nabijheid hebben dan
de belangen der andere gehuchten vooral
van Doornhoek toelieten. Gelukkig echter
kwam daaraan spoedig een einde,
nauwelijks had men vernomen dat die twist
over de plaats de geheele zaak zou
bederven, of men werd het eens en
onderwierp zich aan de volgende
beslissing van Mgr. Zwijssen.'
Op 29 oktober 1870 schreef bisschop
Zwijssen: 'overwegende dat in alle belang
de op te rigten kerk gevoeglijk zal
geplaatst worden omtrent den kruisweg
waar de vier gehuchten langs eene
geregelde baan als op één punt
uitloopen oft tezamen komen, hebben wij
goedgevonden dat het kerkgebouw voor die
gehuchten zal geplaatst worden tusschen
de zoogenaamde Klaverhoeve en de openbare school.'
|
BHIC toegang 7698 inv.nr.81 |
|
11-11-1870: B. en W. heeft het voornemen om
de school
met onderwijswoning te Zijtaart buiten openbare dienst
te stellen en vervolgens te verkopen. Een ieder die
daartegen bezwaren heeft moet dit in de loop van deze
week kenbaar maken.
|
|