R115, fol. 147v (17-1-1802) |
|
In de nacht van 7 op 8
januari 1802 werd het huis van Jan Dirk Pepers aan de
Heuvel door een bende beroofd.
Voor meer details zie de attestaties van
1794-1808.
|
R115, fol. 150v (28-1-1802) |
|
Servaaske Rut van de Leest, vrouw Lambert Peter
Lambers, verklaart dat er op 26 januari 1802 twee mannen
bij haar kwamen bedelen. Ze vroegen om rogge. Servaaske
zei “Rog sal ik uw niet
geven, maar duyten wel.” De vreemdelingen
gingen na tevergeefs aanhouden boos weg. Servaaske zegt
"dat geduurig alle dagen
verscheyde vreemdelinge komen van aalemoese te vragen,
en daer door zeer belast zijn.”
|
R115 fol. 151v (5-5-1802) |
|
In 1802 brandde in Veghel de
windmolen in de Straat af. Op
5 mei 1802 werd
de herbouw aangenomen.
|
R115, fol. 153 (7-6-1802) |
|
Hendrik P. van Hooft verklaart sinds 29 mei zijn paard
te midden, "een aftandig merrie vos met druypende
kol, beseyde de rug een witte plak, groot van heupen.” Voor meer details zie de attestaties van
1794-1808.
|
R115, fol. 153v (12-8-1802) |
|
Johannis
Verweetering, priesterstudent op het seminarie in Halder
(Sint-Michielsgestel), werd in 1802 priester gewijd.
Voor meer details zie de attestaties van
1794-1808.
|